Was degene die mij zojuist hielp een mens of een machine? Over een aantal jaren zullen we het verschil waarschijnlijk niet eens meer merken, want Artificial Intelligence (AI) laat een computer zich steeds menselijker gedragen. We zijn al gewend aan AI in chatbots, ChatGPT is upcoming en wellicht werken huisartsen en chirurgen in de toekomst als vanzelfsprekend samen met AI. Maar wat is dat eigenlijk, AI?
Definitie Artificial Intelligence
Europees Parlement definieert AI als volgt: “AI is de mogelijkheid van een machine om mensachtige vaardigheden te vertonen – zoals redeneren, leren, plannen en creativiteit.”
Hoe werkt AI?
AI functioneert op algoritmes die werken met gegevens en/of signalen uit hun omgeving. Op basis van grote hoeveelheden data nemen computers zelfstandig beslissingen – en het belangrijkste – ze kunnen ervan leren en hun output erop aanpassen. Hierdoor is AI instaat tot mensachtige vaardigheden, zoals redeneren, leren, plannen en creativiteit.
Menselijk en bovenmenselijk tegelijk
De capaciteiten van AI overstijgt het menselijk brein. Dit komt doordat AI in staat is om enorme hoeveelheden data te verwerken, daarin verbanden te zien en patronen en bijzonderheden te ontdekken. Daardoor kan AI nauwkeurige voorspellingen doen en adviezen geven over allerlei zaken, zolang er maar genoeg data aan ten grondslag ligt.
AI lijkt dus ook een goede oplossing in de zorg. Denk bijvoorbeeld aan hulp met opstellen van nauwkeurige diagnoses, persoonlijke behandelplannen en helpen met personeelstekorten. Toch zitten er wat haken en ogen aan: er moet genoeg data beschikbaar zijn om AI te trainen en het moet betrouwbaar zijn. Natuurlijk heeft de privacy wetgeving ook wat te zeggen over AI. Benieuwd hoe het toch toegepast zou kunnen worden in de zorg? Binnenkort gaan we hier dieper op in.